De Grote Kerk

6 eeuwen cultureel & religieus erfgoed

Bron: Gelders Archief

15e & 16e eeuw

De eerste steen van de Grote Kerk werd gelegd op 3 juni 1461 door Peter van Egmond. Dit godshuis verving een kerk uit de 13e eeuw, de ‘Nije Kercke’, die in 1421 verwoest was door oorlogsgeweld. De Grote Kerk raakte op 15 augustus 1540 zwaar beschadigd bij een stadsbrand. Een gedenkbord in het gewelf herinnert hieraan. De kerk werd herbouwd in de huidige vorm. Er kwamen zeven altaren: het hoofdaltaar in het koor en zes altaren in de zijbeuken, in elke travee een. Ook werden er schilderingen en beelden aangebracht. De kerk was gewijd aan Sint-Catharina.

De Reformatie drong in 1583 door in Nijkerk. In die periode werden de meeste Roomse elementen verwijderd. Toch zijn er nog enkele beeltenissen bewaard gebleven, zoals onderaan de spitsbogen van de gewelven. In het koor tonen zij de symbolen van de vier evangelisten: Mattheüs (engel), Markus (leeuw), Lucas (stier) en Johannes (adelaar). Ook het Nonnenluikje herinnert aan de Roomse tijd: het werd gebruikt om de olie in de altijd brandende Godslamp boven het hoofdaltaar bij te vullen.

17e & 18e eeuw

In 1673 werd het interieur vernield door Franse soldaten die de kerk als hoofdkwartier gebruikten. Onder meer het in 1625 gerestaureerde orgel moest het ontgelden en overleefde de vernielzucht niet. Volgens ds. Cotius leek de kerk wel een paardenstal.

De 18e eeuw was de Gouden Eeuw voor Nijkerk. Dankzij de teelt van tabak verwierf de stad veel rijkdom. De kerk werd in 1756 verfraaid met een nieuw orgel, gebouwd door Matthijs van Deventer. In 1774 werd de oude torenspits afgebroken, waarna de huidige beroemde witte toren verrees. In die nieuwe toren kwam in 1777 een kostbaar carillon te hangen.

Tip: op Wikipedia lees je uitgebreid over de geschiedenis van de Grote Kerk!

19e & 20e eeuw

De ambtsjonkers die Nijkerk bestuurden lieten vervolgens in 1788 de regentenbank plaatsen en een jaar later, in 1789, werd de huidige preekstoel met bijpassend doophek in gebruik genomen. In het houtsnijwerk zijn tabaksbladeren zichtbaar. Het doophek is in 1966 vermaakt tot lambrisering en staat onder het orgel.

In 1854 werd een prachtige consistorie gebouwd. De galerij werd in 1857 aangebracht om de groeiende gemeente een plaats te bieden. In 1938 kreeg een imposante grafzerk van de familie Van Renselaer een ereplaats tegen de muur in de zijbeuk. Restauraties in 1966 en 1999 brachten het kerkinterieur in zijn huidige staat.

De preekstoel uit 1789 met decoraties van tabaksbladeren

Het prachtige Matthijs van Deventer-orgel uit 1756

De Van Renselaer-grafzerk uit begin 17e eeuw

De regentenbank van de Nijkerkse ambtsjonkers uit 1788